Huisrijk heeft als missie om toekomstbestendig wonen toegankelijk te maken voor iedereen. Duurzaam, comfortabel en betaalbaar.
Hierbij staat de bewoner altijd centraal. Maar wie is deze bewoner eigenlijk? En hoe woont hij of zij zich rijk in onze woningen.
Deze vragen en meer beantwoorden ze zelf.

Interview Rick

Naam : Rick 
Leeftijd : 30 jaar
Status : Alleenstaand

Huidige woonsituatie:
Kelder appartement

Woonbehoefte:
Appartement met frisse lucht en veel licht

"Mijn planten houden het niet lang vol en mijn vrienden stoten hun hoofd”

Rick woont momenteel in het centrum van Tilburg, daar heeft hij een appartement in de kelder van een studentencomplex. Het gebouw deelt hij dan ook met 35 andere huisgenoten. 

“De ligging van mijn appartement is echt ideaal, ik ben lopend binnen 10 minuten op mijn werk en pak binnen 5 minuten de trein. En dat ik de keuken deel met studenten vind ik zelfs ook nog niet eens probleem. Maar ik zit onder de grond. Ik denk dat je je daar wel iets bij kunt voorstellen. Weinig daglicht tot geen daglicht, mijn planten houden het niet lang vol en mijn vrienden stoten hun hoofd.

"De huizen prijzen zijn ridicuul dus ik wacht nog even"

Door de oververhitte huizenmarkt durft Rick het nog niet aan om een torenhoge hypotheek aan te gaan bij de bank. “Naast het feit dat er gewoonweg geen huizen te koop staan voor een bedrag dat ik kan lenen, vind ik de huizenprijzen echt ridicuul. Ik wacht dus nog even tot de markt weer inzakt. In de tussentijd moet ik mijzelf toch onderdak bieden.” 

"Een woning die ademt en leeft"

Rick wil weer boven de grond gaan wonen in een huis dat licht is en een gezond binnenklimaat biedt. “Ik hou heel erg van het gevoel van buiten zijn, van vrij zijn. In mijn huidige woning voel ik mij soms gevangen. Voor mij is een ideale woning dan ook een woning die licht aantrekt, die ademt, eigenlijk een soort van leeft. De bio-based materialen die worden gebruikt in een Huisrijk woning spreken mij dus ook erg aan, daarnaast is er altijd frisse lucht door de ventilatie. Een luxe die ik waarschijnlijk nooit meer als vanzelfsprekend zal zien.”